14 februari 2018
Achterin een grote zwarte auto zit een man
hartstochtelijk te huilen. Zijn chauffeur, die
morgen een andere baas zal krijgen, reikt met
zijn hand naar de radio op het dashboard en zet
hem op Radio 4. Meteen klinkt een vioolconcert
door de auto, een koesterende solo wordt
ingezet. Langzaam gaat het huilen over in
zachtjes snikken. Als hij thuis uitstapt, heeft de
man zijn tranen gedroogd.
Binnen komt zijn zoontje in pyjama de trap af.
‘Papa, kom je me nog even voorlezen?’ De man
gaat mee en leest een stukje voor uit een
kinderboek. Het gaat over een jongetje dat
wordt gepest, het frappeert hem hoe
zorgvuldig de woorden zijn gekozen. Precies zo
voelt innerlijke pijn.
Terwijl de man zijn vrouw begroet, kijkt hij over
haar schouder naar het schilderij boven de
bank. Die rode vlek beeldt het menselijk hart
uit, denkt hij, de kleur staat voor levenskracht.
Meteen erna pakt hij zijn telefoon om de
herhaling van Nieuwsuur te bekijken, maar per
ongeluk komt hij bij een filmpje met dansers
terecht. Ze lijken elkaar te vernederen, ze dagen
elkaar uit, zoeken toenadering en zweven dan
toch door. Ja, het leven is zwaar, het leven is
mooi, het leven is tragiek, het leven mondt uit
in sereniteit. Eenmaal in bed pakt hij de roman
aan die zijn vrouw hem toesteekt, bij de eerste
alinea ligt hij al te grinniken.
Terwijl de man de volgende ochtend nog
slaapt, vertrekt verderop een vermoeide violist
naar zijn bijbaantje als muziekleraar. Ruim vijf
jaar geleden is hij zijn baan bij een orkest
kwijtgeraakt, hij is nu freelancer en kan alleen
nog ’s avonds repeteren. Een danser stapt een
sportschool binnen, sinds zijn gezelschap werd
opgeheven is hij personal trainer. Een schilder
gaapt terwijl hij zijn kwast hanteert, als
nachtportier gebruikt hij ieder vrij uur voor het
werk waarvoor hij talent heeft. Een schrijver telt
de munten in zijn portemonnee, kan hij
vandaag nog naar de Aldi?
Getroost door de muziek, gesterkt door het
kinderboek, geraakt door het schilderij,
opgetild door de dans en in een beter humeur
gebracht door de roman, wordt Halbe Zijlstra
wakker. Zo, nu eerst maar eens wachtgeld
aanvragen, hij heeft al uitgerekend hoeveel hij
maandelijks zal krijgen. Nee, hij heeft geen spijt
van de bezuinigingen van 200 miljoen op
cultuur die hij als staatssecretaris in het rijke
Nederland heeft doorgevoerd, bijna een kwart
van het budget. Die kunstenaars zijn allemaal
subsidieslurpers. Als de markt hun producten
niet wil, dan moeten ze de handen maar eens
uit de mouwen steken.