1 maart Het is nooit makkelijk geweest om ertussen te komen bij een literaire uitgeverij, in mijn geval is er tenminste een hele strategie aan voorafgegaan. Toentertijd woonde ik in een opgeknapte bouwkeet in de bossen bij Ede, met uitzicht op onze twee paarden. Ik was actief bij de plaatselijke Groenen en stelde daar voor om de Amsterdamse politicus en schrijver Roel van Duijn voor een lezing uit te nodigen. Stiekem ging het me ook om iets anders: in het woonwagentje naast de bouwkeet werkte ik aan mijn eerste roman, Van Duijn publiceerde bij Meulenhoff, wie weet. Op de dag van de lezing haalden we onze spreker van de trein in een stationcar die alleen voorstoelen had, zodat ik zelf languit achterin moest liggen, Roel van Duijn vond dat prachtig. Niet lang later stuurde ik hem het manuscript van mijn roman, dat hij zoals gehoopt naar Meulenhoff doorspeelde. De uitgeverij stuurde het me terug met een brief van de directeur erbij. ‘Sommige passages zijn wat extreem, kunt u die misschien aanpassen?’ Boos smeet ik het manuscript opzij, mijn boek was perfect! Na een paar maanden kwam ik tot inkeer en stuurde een nieuwe versie op, waarna ik meteen werd gebeld door de directeur. ‘We waren al bang dat we niets meer zouden horen, Meulenhoff wil dit debuut graag publiceren.’ Sprakeloos was ik, letterlijk sprakeloos.
1 maart Het is nooit makkelijk geweest om ertussen te komen bij een literaire uitgeverij, in mijn geval is er tenminste een hele strategie aan voorafgegaan. Toentertijd woonde ik in een opgeknapte bouwkeet in de bossen bij Ede, met uitzicht op onze twee paarden. Ik was actief bij de plaatselijke Groenen en stelde daar voor om de Amsterdamse politicus en schrijver Roel van Duijn voor een lezing uit te nodigen. Stiekem ging het me ook om iets anders: in het woonwagentje naast de bouwkeet werkte ik aan mijn eerste roman, Van Duijn publiceerde bij Meulenhoff, wie weet. Op de dag van de lezing haalden we onze spreker van de trein in een stationcar die alleen voorstoelen had, zodat ik zelf languit achterin moest liggen, Roel van Duijn vond dat prachtig. Niet lang later stuurde ik hem het manuscript van mijn roman, dat hij zoals gehoopt naar Meulenhoff doorspeelde. De uitgeverij stuurde het me terug met een brief van de directeur erbij. ‘Sommige passages zijn wat extreem, kunt u die misschien aanpassen?’ Boos smeet ik het manuscript opzij, mijn boek was perfect! Na een paar maanden kwam ik tot inkeer en stuurde een nieuwe versie op, waarna ik meteen werd gebeld door de directeur. ‘We waren al bang dat we niets meer zouden horen, Meulenhoff wil dit debuut graag publiceren.’ Sprakeloos was ik, letterlijk sprakeloos.