De stilte voor
het vuur
reisverhaal,
Uitgeverij
Meulenhoff 1992
Dit boek is
uitverkocht, maar in
zijn geheel
opgenomen in:
Sla een spijker in
mijn hart -
Roemeense Roma
na de revolutie
Hoe hebben de Roemeense Roma
vijfenveertig jaar communistische
dictatuur doorstaan? Slagen deze twee
miljoen individuen erin hun identiteit te
hervinden? Mariët Meester reisde naar
Roemenië om met de Roma te gaan
samenleven. Zij komt in contact met
koperslagers die in tenten wonen,
afvalrapers op de vuilnisbelt van
Boekarest, berenleiders en dansers, op
macht beluste Roma-politici, mensen
die naar Duitsland vluchten en mensen
die te arm zijn om te vluchten. Ze
woont bij krotbewoners die tot de
pinksterbeweging zijn bekeerd en nog
net in leven blijven dankzij de
hulpgoederen van de Nederlandse
zending. Tijdens haar verblijf in
Roemenië wordt zij keer op keer
geconfronteerd met twee schokkende
zaken: het allesoverheersende
materialisme, dat er zelfs toe leidt dat
zij kinderen te koop krijgt aangeboden,
en het racisme van de Roemenen. In
Roma-wijken worden huizen in brand
gestoken, de bewoners verjaagd.
‘Dit is de stilte voor het vuur', zegt een
Rom-intellectueel als hij filosofeert over
de aanzwellende vuurbal van de haat,
de volkgerichten die volgens hem
zullen leiden tot meer volksgerichten.
Uit recensies
- De schrijfster geeft zich in dit boek
bloot als een reizigster met vele
schutkleuren, waaronder de verwarring,
de verontwaardiging en de woede
schuilgaan van iemand die van haar
onderwerp houdt, zonder er het laatste
woord over te hoeven hebben. Het is
precies die eigenschap die haar
genuanceerde observaties tot een
eenheid smeden. (...) Zij schetst in De
stilte voor het vuur een beeld van een
rijk geschakeerde gemeenschap in de
marge van de samenleving. Mensen die
een universele strijd leveren, waarin
voor het eenzijdige stereotype van ‘de
zigeuner' nauwelijks plaats is.
Wim Willems in o'Drom
- De stilte voor het vuur geeft een
bewogen en knap geschreven beeld
van een in alle opzichten verdrukte
bevolkingsgroep. Het siert haar en haar
gezel, de fotograaf Jaap de Ruig, dat zij
vrijwillig zoveel ongemak (vlooien,
honger, loerend geweld) hebben
getrotseerd om een karwei op te
knappen waarvoor de meeste
verslaggevers feestelijk zouden hebben
bedankt.
Piet de Moor in Vrij Nederland
- (...) een indringend beeld van het leven
binnen Roma-gemeenschappen. Het
zou een absurd soort soap, vol haat,
hartstocht en bijna levensbedreigende
onkunde kunnen zijn, als de
onderliggende problemen niet zo
ernstig waren.
Rene van Zanten in de Haagse Courant